Geschiedenis

Ontstaan

Waarschijnlijk stond er al in de vijftiende eeuw een rooms-katholiek kapelletje in Tienhoven. Al in 1361 wordt er melding gemaakt van het verpachten van een stuk grond aan de kerk van Maarssen voor het stichten van een kapel. Tienhoven behoorde dus bij het kerspel Maarssen, maar in 1521 richt de kerk van Tienhoven een verzoek aan de bisschop om een eigen geestelijke te mogen benoemen en dus een eigen parochie te vormen. De kerk van Maarssen was echter niet enthousiast en dus veranderde er niets tot de reformatie zich aandiende.

Een prent uit 1611 laat een verwaarloosde kerk zien, maar een prent uit 1722 toont een gerestaureerde kerk met een steen waarop het jaartal 1622 staat. Waarschijnlijk is de kerk in dat jaar gerestaureerd.

In 1624 kwam er voor het eerst een predikant naar Tienhoven. Tot die tijd werd er uit de bijbel gelezen door de schoolmeester. Op enkele borden in de kerk zijn alle namen geschilderd van de predikanten die hier hebben gestaan sinds 1624. Enkele predikanten hebben grote indruk gemaakt.

Predikanten

Eén daarvan is ds. Schuylenburg. Hij was 50 jaar lang predikant te Tienhoven en genoot groot aanzien. Van heinde en verre kwamen mensen naar zijn preken luisteren. Tot twee keer toe moest daarom de kerk vergroot worden en uit deze tijd dateert de lessenaar op de preekstoel (1758). De avondmaalsbekers  zijn zelfs nog ouder. Deze zijn geschonken door ds. Walraven en zijn zuster (1703).
Ook de avondmaalskan is een geschenk van een predikant. Ds. Brinkman heeft deze in 1876 samen met zijn zuster geschonken. Ook ds. Brinkman is vijftig jaar predikant geweest te Tienhoven. Daarnaast legateert Ds. Brinkman een bedrag waarvan in 1880 het orgel wordt aangeschaft.
Ds. Ulfers, predikant van 1880-1884, werd bekend vanwege het schrijven van het boek “Oostloorn”, waarin hij de toestanden en gewoonten van Tienhoven beschrijft. In 1886 wordt ds. Westerbeek van Eerten predikant. Hij wordt de stichter van de gereformeerde kerk.

Ramp en herbouw

Op 9 september 1812 voltrekt zich een vreselijk ramp. Door hooibroei ontstaat er brand. De kerk, de pastorie, de school en negen andere woningen worden verwoest. In 1813 wordt er begonnen met het herbouwen van de kerk. De eerste steen wordt gelegd door ambachtsvrouwe M.E. van Collen.

Bij de herbouw van de kerk in 1813 heeft men de muren, die nog waren blijven staan, opgenomen in de herbouwde kerk. Dat is nog steeds te zien. De oudere muren zijn dikker dan de nieuwe.  Ook de klok van 1615, die tijdens de brand uit de toren was gevallen en daardoor is gebarsten, is nog steeds in de kerk te zien.

Tevens wordt er bij de herbouw een bank (balkon) geplaatst voor de ambachtsheer. Toen in 1844 jonkvrouwe J.M.E. van Collen met de heer Daniël Willink trouwde, werd het wapen op de bank aangepast. Ook de naam werd aangepast naar Willink van Collen.

In 1818 zijn drie door jhr. mr. J. Huydecoper van Maarsseveen (vroegere eigenaar van Goudestein, het gemeentehuis van Maarssen) geschonken kronen, aangebracht in de kerk.

In 1851 is de kerk wederom gerestaureerd en bij deze gelegenheid schonken jhr. en jvr. Huydecoper van Maarsseveen een zilveren broodschaal ter gelegenheid van hun 25-jarig huwelijksjubileum. Deze broodschaal wordt nog steeds gebruikt bij het heilig avondmaal.

Pastorie

Na de verwoestende brand wordt de pastorie in 1830 herbouwd. Eerste bewoners zijn ds. Brinkman en zijn zuster. In 1967 wordt de pastorie gesloopt en vervangen door een nieuwe pastorie. Deze pastorie is later verbouwd tot gezondheidscentrum.

Splitsing

In 1887 splits de kerk zich op in een hervormd en een gereformeerd deel. In 1888 wordt de gereformeerde kerk gebouwd. De eerste naam was “doolerende gemeente” en ging mee met de doleantie, ontketend door ds. Abraham Kuyper. Pas later kreeg deze afscheiding de naam Gereformeerd (opnieuw gevormd).
Deze afscheiding was in feite een reactie op de door koning Willem I geïnitieerde nieuwe kerkorde, die de Dordtse kerkorde uit 1618/1619 ging vervangen. Bij de doleantie keerden de gereformeerden weer terug naar dit oude reglement. Uit de notulen van de kerkenraad uit die tijd blijkt, dat er veel strijd is gevoerd. Vanuit de provincie is toen de jonge dominee geschorst samen met enkele ambtsdragers (de heren Loenen en Van der Wilt).
Eerst werd er gekerkt in een stal, daarna kon men al snel de nieuw gebouwde kerk betrekken. Ook deze kerk is een aantal keren gerenoveerd.
In 1926 was er nogmaals een afsplitsing. Er ontstond namelijk een Gereformeerde kerk in hersteld verband (onder leiding van ds. Smelik), dit naar aanleiding van uitspraken van de Generale Synode over de uitleg van enkele bijbelstukken. (zondeval, paradijs).

Eénwording

In 1945 is deze Gereformeerde kerk in hersteld verband weer opgegaan in de hervormde kerk. Vanaf de zeventiger jaren is er gewerkt aan de éénwording van de twee kerken, vooral in het jeugdwerk ontstond een nauwe samenwerking. Vanaf 2001 is er feitelijk een federatie en deze mondt in 2004 uit in een fusie. De kerk zal dan Protestantse Kerk Tienhoven heten, tot die tijd werd de kerk als Verenigde Protestantse Kerk Tienhoven aangeduid. Bron: 350 jaar Kerk in Tienhoven (1974).

© 2024 Kerk Tienhoven

Webdesign & Realisatie: 6i